De verzamelnaam voor allergie en intolerantie is voedselovergevoeligheid. Hoe weet je of je kind of baby een voedselovergevoeligheid heeft? En kun je het voorkomen? Wat als je kind een overgevoeligheid heeft?
Een voedselovergevoeligheid kan een allergie zijn, zoals een
koemelkallergie of een notenallergie. Het kan ook een intolerantie zijn, bijvoorbeeld een
lactose-intolerantie. Meer weten over het verschil tussen een allergie en een intolerantie? Lees dan meer over
voedselovergevoeligheid.
Hoe weet je of je kind een voedselovergevoeligheid heeft?
Als je kind na het eten van bepaald voedsel klachten heeft, kan het zijn dat hij of zij een voedselovergevoeligheid heeft. Tekenen van voedselovergevoeligheid zijn bijvoorbeeld: overgeven, diarree, verstopping, eczeem, darmkrampen, veel huilen en onrust en niet willen eten of drinken.
Als je een voedselovergevoeligheid vermoedt, ga dan altijd naar de huisarts of het consultatiebureau. Het is belangrijk om uit te laten zoeken wat er aan de hand is. Ga niet zelf experimenteren met andere voeding. De klachten kunnen ook een andere oorzaak hebben dan voedselovergevoeligheid. Bijvoorbeeld het krijgen van tanden, een inenting op het consultatiebureau of een verkoudheid.
De kans op voedselovergevoeligheid
4 tot 8% van de kinderen tot 3 jaar heeft een voedselallergie. De kans is groter als een ouder of een broertje of zusje een allergie heeft, zoals hooikoorts, astma of een voedselallergie.
Kun je voedselovergevoeligheid bij je kind voorkomen?
Begin tussen de 4 en 6 maanden met oefenhapjes. Je kunt deze oefenhapjes geven naast de normale melkvoedingen. Dat verkleint de kans op voedselallergieën. Begin niet vóór 4 maanden en niet ná 6 maanden, maar ergens ertussenin. Je hoeft tijdens het geven van borstvoeding geen speciaal dieet te volgen, tenzij de arts dit aangeeft. Lees meer over oefenhapjes.
Door je baby op tijd producten zoals pinda en ei te
geven wordt de kans op een allergie voor deze producten kleiner. Je baby mag
vanaf 4 maanden pindakaas of fijngemaakt gebakken roerei.
Heeft je baby
ernstig eczeem of een voedselallergie? Dan is het extra belangrijk om vroeg te
starten met verschillende soorten voeding, zoals kippenei en 100% pindakaas zonder toegevoegd zout en suiker en deze
daarna minimaal één keer per week te geven. Overleg wel eerst met de
behandelend arts van je kind.
Tip: Pindakaas
zonder toegevoegd zout en suiker en gebakken roerei kun je mengen met wat
fijngemaakt fruit of gekookte groente.
Mijn kind heeft een voedselovergevoeligheid
Als je kind een voedselallergie heeft en al andere voedingsmiddelen krijgt dan alleen borstvoeding of flesvoeding, dan zal de arts je waarschijnlijk doorverwijzen naar een kinderdiëtist. De diëtist leert je hoe bepaalde voedingsmiddelen kunnen worden vermeden, zonder dat je kind een tekort aan voedingsstoffen krijgt.
Kan ik mijn jonge kind al noten en pinda’s geven?
Noten en pinda’s bevatten veel goede voedingsstoffen. Ook voor jonge kinderen is een kleine hoeveelheid elke dag prima. Denk aan 100% pindakaas of 100% notenpasta zonder zout of suiker.
Wat ook kan: maal of hak de noten fijn en strooi ze in de yoghurt of over de warme maaltijd.
Pinda-allergie voorkomen bij baby's
Ons advies om de kans op voedselallergieën
bij je baby te verkleinen is: begin zo vroeg mogelijk met het aanbieden van
verschillende soorten voedsel, waaronder pindakaas en ei. Vanaf 4 maanden kun
je beginnen met de eerste oefenhapjes groente en fruit. Zodra je kind hieraan
gewend is kun je pindakaas of ei aan deze hapjes toevoegen. Het advies is om te
beginnen met het geven van pindakaas en ei vóór je kind 8 maanden is.
Heeft je baby ernstig
eczeem of een voedselallergie? Dan is het extra belangrijk om vroeg te starten
met verschillende soorten voeding, zoals ei en pindakaas. Start hiermee vóór de
leeftijd van 6 maanden. Overleg wel eerst met de behandelend arts of de diëtist
van je kind. Bekijk ook onze folder Introduceren van pinda en ei bij baby's.
Hoe kun je pinda en ei geven aan je baby?
Je kunt beginnen met een halve theelepel pindakaas zonder stukjes of een theelepel fijngemaakt gebakken of hardgekookt ei. De twee dagen daarna geef je elke dag steeds een beetje meer. Als dat goed gaat kun je elke week een flinke eetlepel pindakaas of ei geven aan je kind. Dit kan in één keer of verdeeld over enkele dagen per week. Hier kun je gewoon mee doorgaan.
100% pindakaas zonder stukjes, zonder toegevoegd zout en suiker, is het beste voor je kind. Ei en pindakaas kun je mengen met wat fijngemaakt fruit of gekookte groente. Bekijk hieronder het opbouwschema:
|
Pindakaas |
Ei |
Dag 1 |
1/2 theelepel |
1 theelepel |
Dag 2 |
1 theelepel |
1 eetlepel |
Dag 3 |
3 theelepels |
2 eetlepels |
Daarna
wekelijks |
3 theelepels |
1/2 ei |
Vermoedens van allergie? Ga naar de huisarts.
Vermoed je dat jouw baby, dreumes of peuter een allergie heeft voor pinda’s of noten? Of denk je dat jouw kind een hoger risico loopt op een allergie? Neem dan contact op met de huisarts of het consultatiebureau. Daar kunnen ze uitzoeken of je kind echt allergisch is en hoe erg de allergie is. Als je een sterk vermoeden hebt dat je kind klachten krijgt na het eten van pinda’s of noten, is het beter om je kind geen noten of pinda’s te geven tot uitgezocht is wat er aan de hand is.
Hoe kun je een voedselallergie herkennen bij je kind?
Voedselallergieën bij baby’s
Voedselallergieën bij dreumesen en peuters
Notenpasta of gemalen noten
Geef kinderen onder de 4 jaar geen hele pinda’s of noten. Bij jonge kinderen zijn het gebit en de mondspieren nog niet volledig ontwikkeld. In hele noten kunnen ze zich verslikken. Ook oudere kinderen kunnen zich nog verslikken. Eet zoveel mogelijk rustig aan tafel en blijf er altijd bij als je ze hele noten geeft. Ben je onzeker, geef dan gemalen noten of notenpasta.
sluiten