Voedingscentrum.nl maakt gebruik van cookies. Waarom? Lees onze uitleg.
Menu
Zoek
A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W Y Z
Encyclopedie A-Z

Voedselovergevoeligheid (allergie en intolerantie)

Voedselovergevoeligheid is de overkoepelende term voor overgevoeligheidsreacties op eten, zoals voedselallergie en intolerantie. 

Wanneer je heftig reageert op een bepaald voedingsmiddel raden we aan om niet zelf te gaan experimenteren met het weglaten of juist gebruiken van bepaalde voedingsmiddelen. Het beste is om naar de huisarts te gaan. Die kan vaststellen of het om een allergische reactie of intolerantie gaat en je dan doorverwijzen naar een diëtist. 

Wat is voedselovergevoeligheid?

Voedselovergevoeligheid is de overkoepelende term voor voedselallergie en intolerantie. 

Wat is voedselallergie?

Bij een voedselallergie reageert je afweersysteem op bepaalde stoffen in je eten. Het afweersysteem maakt antistoffen aan tegen eiwitten die in de voeding voorkomen. Eiwitten die allergische reacties kunnen opwekken heten allergenen. Bekende allergenen zijn bepaalde eiwitten in koemelk of noten. 

Wat is intolerantie?

Het lichaam kan op bepaalde voedingsmiddelen reageren zonder dat je een allergie hebt. Het gaat dan om een niet-allergische-voedselovergevoeligheid. We noemen dat intolerantie. Denk bijvoorbeeld aan lactose-intolerantie. Daarbij kunnen mensen de stof lactose niet goed verteren. De stoffen die bij een intolerantie de klachten veroorzaken heten ‘triggers’. Deze triggers komen van nature voor in voedingsmiddelen, zoals lactose. Ze kunnen ook aan voedingsmiddelen worden toegevoegd, zoals het conserveermiddel sulfiet.

Lees meer over:
Lactose-intolerantie
Coeliakie

Hoe vaak komt voedselallergie en intolerantie voor?

Schattingen van hoe vaak voedselovergevoeligheid, voedselallergie en voedselintolerantie voorkomen komen veelal uit op 1 tot 4%.

Voor kinderen worden vaak hogere schattingen gegeven, zo'n 4 tot 6%. Kinderen die in de babytijd een koemelkallergie hebben, groeien daar meestal overheen.  

Wat is de oorzaak van voedselovergevoeligheid

Je kunt een erfelijke aanleg hebben voor een allergie of intolerantie. Dan is de kans groter dat je een allergie of intolerantie krijgt. Met erfelijke aanleg bedoelen we dat je minstens één ouder of broertje of zusje hebt met een aangetoonde voedselallergie of intolerantie.

Het is niet eenvoudig om voedselovergevoeligheid vast te stellen. De klachten kunnen heel verschillend zijn en van persoon tot persoon verschillen. Bovendien kunnen de klachten ook andere oorzaken hebben.

Gezondheidseffecten van voedselallergie en intolerantie

Wat zijn klachten bij voedselovergevoeligheid (allergie en intolerantie)?

Het verschilt heel erg wat de klachten zijn bij voedselovergevoeligheid. Vooral huid-, luchtweg- en maagdarmklachten komen vaak voor. Veel van deze klachten kunnen ook andere oorzaken hebben. Het is daarom belangrijk dat de arts alle andere mogelijke oorzaken uitsluit.

Soms is het wel gelijk overduidelijk dat een specifiek voedingsmiddel de oorzaak van de klachten is. Meer onderzoek is in dat geval niet nodig.

Voorbeelden van klachten bij allergie en intolerantie kunnen zijn:

  • Een allergische reactie bij de mond en keel. Denk hierbij vooral aan milde klachten zoals zwelling, jeuk en roodheid in en om de mond. De verschijnselen beginnen binnen enkele minuten na het eten van bepaalde soorten fruit, groenten, noten of schaaldieren.
  • Urticaria (galbulten) en angio-oedeem. Urticaria is een veel voorkomende huidziekte waarbij je last hebt van bultjes, hevige jeuk en heel soms met pijn. Een bijzondere vorm van urticaria is angio-oedeem waarbij uitgebreide vochtophopingen kunnen ontstaan. Urticaria en angio-oedeem kunnen veel verschillende oorzaken hebben, waaronder voedselovergevoeligheid. 

Wat is een anafylactische shock? 

Een anafylactische shock is een levensbedreigende situatie door een allergische reactie in het lichaam. Het kan het gevolg zijn van een allergische reactie op bepaalde voedingsmiddelen zoals pinda of sesam, maar ook medicijnen of wespensteken kunnen een anafylactische shock veroorzaken. Als je niet tijdig ingrijpt kan het dodelijk zijn. 

De symptomen van een anafylactische shock kunnen binnen enkele minuten ontstaan en soms uren aanhouden. Wanneer het niet goed wordt behandeld, kan na 6 tot 8 uur opnieuw een shock optreden. Hoe sneller de symptomen ontstaan, des te ernstiger is meestal de reactie. 

Eén van de eerste signalen van een shock is een prikkelend gevoel, jeuk of een metaalachtige smaak in de mond. Daarna volgen vaak de volgende symptomen, die ook tegelijkertijd kunnen optreden:

  • urticaria (galbulten)
  • gevoel van warmte, zweten
  • braken
  • krampen, diarree
  • zwellingen in de mond en keel
  • ademhalingsmoeilijkheden, benauwdheidsklachten

De belangrijkste stof die vrijkomt bij een allergische reactie is histamine. Deze stof zorgt ervoor dat de bloedvaten wijder worden. Bij een heftige reactie kan de bloeddruk hierdoor zo sterk dalen dat je bewusteloos raakt. Ook is gelijktijdig een astma-aanval mogelijk. 

Bij een anafylactische shock is een adrenaline-injectie nodig om de reactie te stoppen. Patiënten die vaker een shock krijgen, hebben hiervoor adrenaline bij zich. In geval van een shock moet de patiënt zo snel mogelijk de injectie krijgen, al dan niet door een arts of ambulancepersoneel. Het is aan te raden de patiënt plat op de rug te leggen, met de voeten omhoog en knellende kleding zoals een stropdas los te maken. 

Een anafylactische shock treedt meestal op als gevolg van een eerder ontwikkelde allergie. Het is onwaarschijnlijk dat een voedingsmiddel dat je eerst zonder problemen kon eten, plotseling een anafylactische shock veroorzaakt. Meestal zijn eerdere allergische signalen zoals jeuk in de mond of huidklachten in dat geval niet opgevallen. 

Kruisreacties tussen voedingsmiddelen

Ben je bijvoorbeeld allergisch voor garnaal, dan kan het zijn dat je ook reageert op krab. Dat komt doordat de allergenen in deze voedingsmiddelen veel op elkaar lijken. Wanneer dit gebeurt, noemen we dat een kruisreactie.

Kruisreacties bij hooikoorts

Niet alleen tussen voedingsmiddelen kunnen kruisreacties ontstaan. Met hooikoorts ben je allergisch voor bepaalde stuifmelen van bomen, planten of grassen. Soms krijg je met hooikoorts ook allergische reacties bij het eten van bepaalde producten. Ook dat noemen we kruisreacties. Vermoedelijk komt dit omdat bepaalde allergenen in voeding en in pollen aan elkaar verwant zijn.

In het volgende overzicht staan de meest bekende kruisreacties tussen pollen en plantaardig voedsel. Niet alle genoemde kruisreacties komen even vaak voor. Sommige kruisreacties zijn echt uitzonderlijk. 

 Bij allergie voor: Mogelijke kruisreacties op:
Graspollen. Bloeiseizoen: van april t/m half oktober, afhankelijk van het soort gras. Aardappel, tarwe, tomaat, pinda, boekweit.
Bijvoetpollen (Artemisia Vulgaris). Bloeiseizoen: augustus. Tuinkruiden en specerijen uit de familie van de Umbelliferae (anijs, kervel, dille, karwij, koriander, pastinaak, wortel, peterselie, selderij, venkel). 
Berkenpollen. Bloeiseizoen: van april t/m mei. Fruitsoorten uit de familie van de Rosaceae (aardbei, amandel, abrikoos, appel, braam, framboos, kers, nectarine, peer, perzik, pruim, zwarte bessen). Noten, met name hazelnoot. Wortel, selderij, aardappel.
Timothee graspollen. Bloeiseizoen: van mei t/m september. Aardappel, appel, wortel, selderij.

Kruisreacties bij andere allergieën

Naast bovengenoemde kruisreacties kunnen er ook kruisreacties ontstaan bij andere allergieën. Hieronder een overzicht:

 Bij allergie voor:  Mogelijke kruisreacties op:
Vogelpoep, vogelveren Kippenei-eiwit
Vogels Kippenvlees
Honden- en kattenhuidschilfers Varkensvlees
Huisstofmijten Wijngaardslakken en garnalen
Latex (sap van de rubberboom) Banaan, avocado, kastanje, meloen, kiwi, boekweit
Door het inademen van eiwitten uit vogelpoep bij bijvoorbeeld het schoonmaken van de vogelkooi kan iemand overgevoelig raken voor kippenei-eiwit. Dit wordt het ‘Bird-Egg-Syndrome’ oftewel Vogel-Ei-Syndroom genoemd.

Wat is het voedingsadvies bij allergie of intolerantie?

Merk je bij jezelf dat je heftig reageert op een bepaald voedingsmiddel? We raden aan om niet zelf te gaan experimenteren met het weglaten of juist gebruiken van bepaalde voedingsmiddelen.

Het beste is om naar de huisarts te gaan. Die kan vaststellen of het om een allergische reactie of intolerantie gaat en je dan doorverwijzen naar een diëtist. De diëtist gaat samen met jou op zoek naar de oorzaak van de klachten. Hij of zij kan je advies geven over hoe je allergische reacties kunt voorkomen. Hierbij krijg je advies over hoe je bepaalde voedingsmiddelen kunt mijden zonder dat je een tekort aan voedingsstoffen krijgt. 

App 'Kies Ik Gezond?': hulpmiddel in de supermarkt

Is een allergie vastgesteld en weet je wat je moet mijden? De ingrediëntenchecker in de 'Kies Ik Gezond?'-app helpt om producten te herkennen die jij mag eten en drinken. Je kunt selecteren op honderden verschillende ingrediënten en allergenen. Bekijk en download de app

Kun je allergie voorkomen bij kinderen?

Preventie van allergie richt zich op het voorkomen van een allergie of het uitstellen daarvan. Kinderen hebben een verhoogd risico op een allergie als ten minste 1 van de ouders of 1 van de oudere kinderen in een gezin een allergie hebben, zoals hooikoorts, astma of een voedselallergie.
  • Het geven van borstvoeding de eerste 6 maanden heeft de voorkeur voor kinderen met een verhoogd risico op allergie. Net als voor elk kind.
  • Als het niet lukt om borstvoeding te geven, is kunstvoeding een betrouwbaar en veilig alternatief. Hypoallergene kunstvoeding op basis van een partieel eiwithydrolysaat helpt niet om een allergie te voorkomen. Intensief gehydrolyseerde kunstvoeding raden we zelfs af.
  • Het risico op het ontwikkelen van een voedselallergie is lager wanneer de baby tussen de 4 maanden en 6 maanden start met eerste hapjes naast de borst- of kunstvoeding. 
  • Begin zo vroeg mogelijk met het aanbieden van verschillende soorten voedsel, waaronder pindakaas en ei. Vanaf 4 maanden kun je beginnen met de eerste oefenhapjes groente en fruit. Zodra je kind hieraan gewend is kun je pindakaas of ei aan deze hapjes toevoegen. Het advies is om te beginnen met het geven van pindakaas en ei vóór je kind 8 maanden is.  Zo begin je.
  • Heeft je baby ernstig eczeem of een voedselallergie? Dan is het extra belangrijk om vroeg te starten met verschillende soorten voeding, zoals ei en pindakaas. Start hiermee vóór de leeftijd van 6 maanden. Overleg wel eerst met de behandelend arts of de diëtist van je kind.
  • In principe is het ook bij kinderen met voedselallergie niet noodzakelijk om de voeding aan te vullen met extra vitamines en mineralen, buiten de gebruikelijke vitamine D en K bij borstvoeding en vitamine D bij kunstvoeding. 

Bij de  eerste hapjes vind je meer informatie. 

Adviezen bij een kind op school

Het is aan te raden de leerkrachten uitleg te geven over de allergie of intolerantie en de voedingsmiddelen waarom het gaat. Een aantal tips:

  • Geef aan welke voedingsmiddelen je kind wel kan eten. Een voorraadje snacks en alternatieven voor traktaties zijn handig, mits je de voorraad en houdbaarheid regelmatig controleert.
  • Bespreek met de leerkracht(en) eventueel een ‘noodplan’ dat in overleg met de behandelde arts is opgesteld.
  • Zorg ervoor dat de informatie voor de school ook op papier staat. Maak de informatie opvallend, bijvoorbeeld op gekleurd papier of voorzien van een foto van het kind. Houd de informatie kort en noteer het telefoonnummer onderaan elke bladzijde, zodat de lezer kan bellen bij vragen. Vermeld ook het telefoonnummer van de huisarts.
  • Maak een kort verslag van alle afspraken die met de school zijn gemaakt.
  • Als het nodig is: zorg ervoor dat er een injectiespuit met adrenaline op school aanwezig is en controleer regelmatig de houdbaarheidstermijn. Ondanks alle maatregelen, kan het nodig zijn op school adrenaline toe te dienen. Daarvoor kan het nodig zijn dat ook de leerkracht leert hoe dat werkt.
  • Organiseer, eventueel samen met andere ouders van kinderen met een allergie of intolerantie, een informatieavond op school voor leerkrachten en ouders. Schakel eventueel de schoolartsendienst in.

Uit eten met een allergie of intolerantie

De Europese wetgeving verplicht horeca om informatie te geven over allergenen wanneer deze gebruikt zijn bij de bereiding van het product of gerecht. Om misverstanden te voorkomen, is het verstandig om ruim voor het geplande etentje met de kok te overleggen en het menu door te nemen. Op de website van Stichting Voedselallergie vind je allerlei tips over uiteten gaan met een voedselallergie en recensies van restaurants.

Op vakantie met een allergie of intolerantie

  • Het is mogelijk dat bepaalde producten niet in het vakantieland verkrijgbaar zijn. Dat is soms moeilijk in te schatten. Je kunt dan ook de voor jou onmisbare voedingsmiddelen meenemen vanuit Nederland. Als je een baby hebt die speciale flesvoeding krijgt is het verstandig op vakantie daar voldoende van mee te nemen. Sommige landen hebben regels over het invoeren van voedingsmiddelen. Op de site van de ANWB staat uitgebreide informatie per land.
  • Het is nuttig een vertaalde woordenlijst mee te nemen. Soms kunnen plaatjes van de voedingsmiddelen die vermeden moeten worden, helpen bij een gesprek.
  • Reis je via een reisorganisatie, informeer of ze rekening kunnen houden met je dieet. Neem wel een ‘noodrantsoen’ mee voor het geval er onderweg vertraging is of er bij aankomst toch geen rekening is gehouden met het dieet.
  • Vaak wordt er tijdens de vliegreis een maaltijd geserveerd. Informeer van tevoren of de maaltijd aangepast kan worden. Voor een aantal diëten is dat meestal wel mogelijk. Eventueel kan je een eigen eetvoorraad meenemen. Houd bederfelijke producten dan koel in een koeltas(je). Informeer welke mogelijkheden er in het vliegtuig zijn voor het koelen, bewaren of opwarmen. Maak daarbij een inschatting van de kans op een mogelijke besmetting met stoffen die je moet vermijden. Eenmaal in het vliegtuig kun je de stewardess informeren en instrueren over het bewaren of opwarmen.
  • Overnacht je in een hotel waar je ook maaltijden gebruikt, is het nuttig van tevoren contact op te nemen met het hotel. Het is aan te raden om eventuele medicijnen te verdelen over meerdere stukken bagage, bijvoorbeeld over handbagage en de overige bagage. Of voor een deel in de bagage van je reisgenoot. Als een deel van de bagage dan kwijtraakt, heb je in ieder geval een deel van de medicijnen nog.
  • Als je vliegt of een douane door moet kan een medisch paspoort nodig zijn. Maar ook als je iets overkomt kan het handig zijn. In een medisch paspoort kun je naast persoonsgegevens informatie zetten over de aard van je aandoening, de stoffen die moet mijden, de symptomen en de naam en gegevens van de huisarts.
  • Bij een verhoogde kans op levensbedreigende allergische reacties of andere aandoeningen met een risico op bewustzijnsverlies, kan de Witte Kruis Alarmpenning de hulpverlenende arts snel essentiële informatie geven. In de penning staan alle noodzakelijke gegevens.

De huisarts of specialist kan zo nodig advies geven bij het invullen van het Europees Medisch Paspoort en de alarmhulpmiddelen.